Algemeen:
- Baanpersoneel heeft altijd voorrang.
- Plaggen terugleggen, pitchmarks repareren, bunkers aanharken.
- Afstandspalen en tegels geven de afstand aan in meters tot het midden van degreen. Witte tegels bevinden zich op 50 meter vanaf midden green.
- Verboden af te slaan op hole 4 en 7 indien de afslag van hole 5 en 8 bezet is.
Plaatselijke regels:
- ‘Buiten de baan’ wordt aangegeven door witte palen of door de afrastering rondom de baan.
- Aangepaalde bomen zijn vaste obstakels. Indien er sprake is van een belemmering (zie Regel 24-2a) is de speler verplicht de belemmering te ontwijken volgens Regel 24-2b.
- Schelpenpaden zijn integraal onderdeel van de baan; bal spelen zoals hij ligt.
- Hole 6 droppingzone: Indien bekend of praktisch zeker dat de bal verloren is in de waterhindernis rechts van de heuvel, mag de speler handelen volgens Regel 26-1, of als extra mogelijkheid met 1 strafslag een bal droppen in de droppingzone (DZ).
- Grond in bewerking (GUR) wordt gemarkeerd door blauwe palen; Indien er sprake is van belemmering is de speler verplicht deze te ontwijken volgens Regel 25-1b.
Straf voor overtreding van een plaatselijke regel:
- Strokeplay – 2 strafslagen
- Matchplay – verlies van hole